INLEIDING
Zoals in de beleidsbrief Cultuur 2004-2007 van OCW al werd gesteld gaat het niet meer om het maatschappelijk bewustzijn in de cultuur, maar om het culturele bewustzijn in de maatschappij.
De cultuur heeft zich in de loop der eeuwen binnen de maatschappij ontwikkeld. Zoals bijvoorbeeld aan de hand van de beeldende kunst duidelijk wordt evolueerde deze vanuit zijn statische positie binnen de kerk als opdrachtgever, met een voor de kunstenaar anoniem bestaan, naar het mecenaat van de elite, waarbij de kunstenaar schatplichtig werd aan een kleine bovenlaag van de bevolking en speelbal werd van de kunsthandelaar totdat de overheid het belang van de kunsten inzag, het uit de greep van de elite haalde en het bereikbaar maakte voor de gehele gemeenschap door de kunsten vrij baan te geven in een nieuw soort mecenaat: de subsidies. De spiegel, die de kunstenaar de maatschappij voorhield, werd daarbij als waardevol ervaren.
De subsidiestromen hadden echter ook hun keerzijde en maakten de kunstenaars ongemerkt toch weer afhankelijk. De neiging tot subsidiegericht creëren en het bewust zoeken naar consensus van de subsidiecommissies, die zich moeten richten naar het specifiek cultuurbeleid, botst met ware vernieuwingen en vervormt de eigen inzichten van de kunstenaar, waardoor de essentie van de kunst teniet wordt gedaan.
Voor het eerst heeft men nu te maken met een bezuiniging op het cultuurnota budget.
Tegelijkertijd heeft men de economische relevantie van cultuur en creativiteit onderkend. Nederland heeft een goede reputatie wat betreft de creatieve bedrijfstakken of dit nu grafische, industriële of architectonische vormgeving is of dat het bijvoorbeeld gaat om het kinderboek. Het besef dat cultuur belangrijk is neemt daardoor alleen maar toe. Nederland heeft daarmee in de nieuwe kenniseconomie iets in huis dat nu en in de toekomst ondanks de globalisering uniek zal blijken.
Maar… de muze en de markt verdragen elkaar tot nu toe slecht.
Hoe kan de economische kracht van cultuur worden benut zonder in dezelfde valkuil te belanden, waarin cultuur wederom zichzelf verliest, doordat het nu in dienst van de economie komt te staan? De nadruk moet worden verlegd van uitsluitend economische groei naar een samenleving, waarin niet alleen aan materiële behoeftes maar ook aan immateriële behoeftes wordt voldaan, want deze bepalen samen de welvaart.
De creatieve beroepen functioneren optimaal bij experimenten, bij het vinden van nieuwe wegen en zijn niet met het profijtbeginsel bezig. Dit maakt ze in het huidige economisch denken tot risicovolle bedrijfstakken.. Men begint echter steeds meer in te zien dat de creatieve beroepen een uitstralingseffect kunnen hebben op hun omgeving. Hoe groter de diversiteit van de creatieve beroepen des te groter zal dat effect zijn.
Die diversiteit van creatieve beroepen vindt men bij Vereniging Het Domijn. Binnen dit cultureel facilitair bedrijventerrein vindt uitwisseling plaats van ideeën en ervaringen, maakt men gebruik van elkanders netwerken en ontstaan gemakkelijk projectmatige samenwerkingverbanden. Zo kunnen de extra risico’s, die inherent zijn aan deze creatieve kleinschalige bedrijven, worden opgevangen en behouden zij hun bestaansrecht.
Ondanks dat Vereniging Het Domijn op dit bedrijventerrein in vele opzichten het comfort van de welvaartseconomie ontbeert, verkiest zij bewust de oude industriële gebouwen van de Domeinen en wordt zij geprikkeld door de creatieve impulsen van wat zij ziet als een sfeervolle omgeving, die zich positief onderscheidt van de gemiddelde industriële bouw.
Een nieuw waardebegrip door hergebruik en conservering, niet alleen in de huisvesting maar ook in het beleid van deze bedrijven, zal leiden tot een herziening van bestaande waardepatronen.
Dit bedrijventerrein kan zo bijdragen aan het samenbrengen van de twee zo gescheiden werelden van de muze en de markt, waardoor de creativiteit voor beide op zal leven. Zo zal niet alleen de cultuur de economie een spiegel voor kunnen houden die moet leiden tot een nieuw economisch denken, maar zal ook de econoom creatiever worden, wanneer hij op bedrijventerreinen zoals Het Domijn even buiten zijn huidige eigen realiteit wordt geplaatst.
Januari 2007
Irène Lesparre,
Voorzitter Vereniging Het Domijn.
DE VERENIGING
DE DOELSTELLINGEN
De Vereniging Het Domijn Bloemendalerweg 51 te Weesp heeft tot doel:
Het ten behoeve van haar leden instandhouden van het cultureel facilitair bedrijventerrein;Het streven naar een gevarieerde samenstelling van het ledenbestand waarbij gelet wordt op een diversiteit in leeftijd, achtergrond en discipline met de nadruk op de kleinschaligheid van de activiteiten;
Het scheppen van gunstige voorwaarden voor de sociale en culturele activiteiten van haar leden, waaronder betaalbare huren;
Het aantonen van het feit dat een werkgemeenschap als deze in economisch, sociaal en cultureel opzicht grote mogelijkheden biedt, zowel voor haar leden als voor de samenleving.
DE MIDDELEN
Het bedrijventerrein wordt op het moment in stand gehouden middels een erfpachtcontract, dat is afgesloten met de eigenaar van het terrein, de Dienst Domeinen.
Het ledenbestand van Vereniging Het Domijn bestaat uit een 40-tal bedrijven, personen, vennootschappen en rechtspersonen, die op kleinschalige en ambachtelijke wijze activiteiten hebben op het gebied van beeldende kunst, decorbouw, evenementen, film, fotografie, logistieke ondersteuning, televisie, tentenverhuur, theater en het transport, gericht op deze activiteiten. De leden gebruiken allen een binnen-, en/of buitenruimte op het terrein.
De vereniging vraagt een redelijke gebruikersvergoeding voor de ruimten aan haar leden. De leden verplichten zich daarbij door middel van corveedagen arbeidsuren te leveren voor het onderhouden van gebouwen en terrein. De vereniging stimuleert gezamenlijke investeringen in vervangingen en/of aanpassingen aan elektriciteitsnet; waterleidingen etc. en stimuleert tevens door ledenvergaderingen, kantinegebruik, festiviteiten en een flexibel en gezamenlijk gebruik van de buitenruimten het onderlinge contact.
De vereniging vormt een kader voor haar leden, waarbinnen zij tot uitwisseling van ideeën en ervaringen kunnen komen, tot gebruikmaking van elkanders netwerken en tot projectmatig samenwerken.
DE VERENIGING EN DE SAMENLEVING
Het voormalig marinecomplex is in de circa 18 jaar gebruik van een ‘gesloten krakers enclave’ uitgegroeid tot een werkgemeenschap, die zich in het cultureel ondernemerschap naar buiten toe wil en kan profileren.
Zij stelt daartoe een op de toekomst gericht plan op ter verwerving en bestendiging van het gehele voormalig marinecomplex en het cultureel facilitair bedrijventerrein, waarbij zij vanuit de gemeente Weesp bij monde van de wethouder van economische zaken en cultuur, de toezegging heeft gekregen dat de gemeente Weesp mee wil werken aan het herzien van het bestemmingsplan van dit terrein.Deze toekomstplannen worden mede ingegeven door de overtuiging dat de kennis en ervaring, die in de afgelopen jaren zijn opgedaan om deze werkgemeenschap in stand te houden, niet verloren mogen gaan en deze een blijvende innoverende en culturele bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij.
Hierbij geldt tevens dat deze culturele werkgemeenschap zichzelf door de jaren heen in stand heeft weten te houden zonder subsidies en dit voor de toekomst ook nastreeft.
De toekomstplannen worden opgesteld met het volgende voor ogen:
HET UITWISSELINGSGERICHT KADER
Het uitwisselinggerichte kader van de vereniging is een van zijn belangrijke drijvers en moet behouden blijven en verder ontwikkeld worden. Het zal zo kunnen meehelpen aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor het industriegebied Noord.
Gemeenschappelijke ruimte
Dit uitwisselingsgerichte kader zou versterkt kunnen worden door het creëren van een gemeenschappelijke ruimte, waar leden zich kunnen profileren door exposities, try-outs etc. Deze profilering zal niet zozeer gericht zijn om inkomsten als wel om naamsbekendheid te genereren en zo de mogelijkheden, de samenhang en de diversiteit van de individuele leden te belichten.
Ontmoetingsplein
Interactie tussen de vereniging en de regio kunnen worden gestimuleerd door het creëren van een ‘ontmoetingsplein’, een open plek met multifunctionele mogelijkheden, waarop evenementen kunnen plaatsvinden, tijdelijke bouwwerken voor reizende theaters en festivals een plek kunnen krijgen en theatertenten als repetitieruimte kunnen worden opgezet.
Gedacht wordt ook aan jaarlijks terugkerend open dagen, waardoor vereniging Het Domijn laagdrempelig blijft en interactie mogelijk is tussen de Vereniging, bewoners en bedrijven, die in de regio zijn gevestigd.
Dit ontmoetingsplein zou de interactie met de regio nog kunnen vergroten door het tevens voor (amateur-) gezelschappen uit de regio open te stellen, waar zij kunnen repeteren c.q. try-outs kunnen geven.
Culturele brug
Door als vereniging activiteiten te ontwikkelen voor de jeugd, zoals cursussen, stageplaatsen, voorlichtingsdagen e.d. kan een samenwerking ontstaan tussen ervaring en jeugdig elan. Hierbij wordt niet alleen, maar wel in de eerste plaats, gedacht aan de jongeren, die vanuit hun achtergrond en opleiding niet direct of veelvuldig met kunst en cultuur in aanraking komen, maar tevens aan hoogopgeleiden. Ook wetenschap staat of valt bij creativiteit en een creatief denkvermogen. Door soortgelijke activiteiten ook te ontwikkelen voor ouderen zal in de toenemende vergrijzing de vereniging bij kunnen dragen aan het vinden van stimulerende vrijetijdsbesteding.
Uitwisseling van kennis en ervaringen met soortgelijke culturele conglomeraten in binnen-, en buitenland zal de kans van slagen, niet alleen op korte termijn maar duurzaam vergroten.
Het creëren van betaalbare werkplekken voor beginnende kunstenaars en tijdelijke werkplekken voor buitenlandse kunstenaars zal het innoverende karakter van de vereniging voortdurend bevorderen.
Met het aanleggen van een gedigitaliseerd cultureel archief, dat de ontwikkelingen van de vereniging en van de individuele leden op dit cultureel facilitair bedrijventerrein in kaart brengt, bijhoudt, uitbreidt en voor publiek toegankelijk houdt zal een gemakkelijk bereikbare bijdrage geleverd kunnen worden aan een culturele bewustwording.
HET WERK-, EN LEEFMILIEU
Innoverende architectuur
De gebruikmaking van de creatieve krachten op het terrein c.q. de bestaande creatieve netwerken van de leden zal stimulerend werken om tot een innoverende architectuur en vormgeving te komen voor de benodigde nieuwbouw op het terrein. Dit zal er niet alleen voor zorgen dat het cultureel bedrijventerrein zich positief zal onderscheiden van reguliere industriebouw, het zal ook de aantrekkelijkheid vergroten voor andere bedrijven om zich in de buurt te vestigen.
Door daarbij ook innoverende en duurzame energie-, en grondstof gebruik als prioriteit te stellen kan een blijvende bijdrage geleverd worden aan de leefbaarheid.
Tevens wil de vereniging door het conserveren van het industriële erfgoed, dat zich al op het terrein bevindt, de mogelijkheid van eenheid door verscheidenheid benadrukken.
Leefruimte
Binnen de nieuwbouwplannen zal het behouden van de sfeer van het terrein en het inpassen van de natuurlijke leefomgeving in de veranderende situatie grote aandacht krijgen om rust en ruimte te houden, die zo nodig is voor een succesvol creatief en experimenteel proces. De buitenruimte speelt hierbij een belangrijke rol.
De vereniging wil zorgdragen voor het stimuleren en aantrekken van andere (kleinschalige) creatieve bedrijven voor invulling ‘buiten de hekken’, te weten dat deel van het terrein, dat de Vereniging door ontwikkeling ter beschikking zal stellen aan derden.
De vereniging is van mening dat een beperkt toelaten van woon-/werkmogelijkheden de leefomgeving positief zal beïnvloeden.
Woonwijken die overdag leegstaan en ‘werkgebieden’ die na kantooruren leeg staan zijn niet bevorderlijk voor de leefbaarheid. Zulke gebieden werken onveiligheid in de hand. Het wonen op het terrein zorgt hierbij voor een natuurlijke beveiliging.
Mensen die niet alleen op een plek werken, waar ze om 5 uur de deur achter zich dicht trekken, maar voor wie het ook hun leefomgeving is, zullen meer betrokken zijn bij die omgeving en zorg aan die omgeving besteden, hetgeen de algemene uitstraling ten goede zal komen.
Kunstenaarsschap en ‘het werken van 9 tot 5’ is slechts bij een enkeling verenigbaar. De inspiratie, die zich op onvoorspelbare momenten voordoet, krijgt meer kans tot bloei te komen in een woon/werk situatie. Inspiratie wordt uitgewerkt in het atelier/werkplaats maar ontstaat niet alleen maar daar. Het is het resultaat van interactie tussen: Mensen onderling; Mens en natuur; Mens en filosofie. Deze interactie zal versterkt worden in een woon/werk gebied.
De natuurlijke aanwezigheid van kinderen in deze woon/werk gemeenschap zal een nieuwe generatie van cultuurbewuste mensen creëren, die met vele takken van cultuur in aanraking zal komen; die niet alleen marktgericht zal denken, maar zich de rijkdom van uitwisseling en aanvulling van de zo verscheidene disciplines eigen zal maken.